Op de veertiende avond van de maand Phalguna (februari/maart) wordt het Maha Shivaratri gevierd, een festiviteit ter ere van de god Shiva. De gelovige Hindoes vasten op deze dag en houden een nachtwake in een tempel bij het beeld van Shiva. De maan, het symbool van de geest, wordt elke maand in de 14de nacht van de donkere helft van de maan sterk minder in kracht. Wanneer men deze nacht wijdt aan vurige aanbidding van God, dan geeft men daarmee uiting aan het vurige verlangen om de geest te overwinnen. Shivaratri in de tijd van de lente-evening is heiliger dan van die van de andere maanden en wordt daarom Maha Shivaratri (grote nacht van Shiva) genoemd.
Carnaval
Een uitbundig, drie dagen durend volksfeest; in Nederland oorspronkelijk alleen voorkomend in het katholieke zuiden, maar tegenwoordig ook gevierd in andere delen van het land door katholieken en niet-katholieken. Tijdens de carnavalsdagen zijn er feesten waarop gehost en gedronken wordt en er zijn optochten, waarin soms de draak wordt gestoken met bekende personen en gezagsdragers. De voorbereiding van carnaval begint op elf november, door carnavalsvierders de elfde van de elfde genoemd. Op deze ‘gekkendag’ kiest de ‘Raad van Elf’ de Prins Carnaval van dat jaar. Het tijdstip van de viering van carnaval is afhankelijk van de wisselende datum waarop Pasen jaarlijks wordt gevierd. De zevende zondag voorafgaande aan Paaszondag is carnavalszondag. Op carnavalszaterdag of -zondag nemen de vele Prinsen Carnaval voor drie dagen op rituele wijze de macht van de burgerlijke autoriteiten over in dorpen en steden (de machtsoverdracht of sleuteloverdracht) en vieren met hun onderdanen, de carnavalsvierders, de tijdelijke vestiging van hun narrenrijk. Carnavalsvierders verkleden zich in een door hun gewenste uitdossing en nemen in een driedaagse carnavalsroes bezit van de straat en de cafés. Ook zoeken ze elkaar op in feestzalen. De feestlocaties zijn versierd met maskers en serpentines en de feestmuziek bestaat uit carnavalsrepertoire. Op één van de drie carnavalsdagen trekt de optocht door de straten, de zegetocht van Prins Carnaval. Op carnavalsdinsdag rond middernacht wordt in veel plaatsen in een collectief afsluitingsritueel afscheid genomen van het narrenrijk en zijn Prins. Carnavalsmascottes en symbolen worden dan verbrand, begraven of verdronken. Op Aswoensdag wordt het dagelijkse leven weer opgepakt.