De laatste dag van het jaar in alle landen die de westerse kalender hanteren. Voor zover 1 januari als Nieuwjaar gevierd werd, ontstonden op deze datum gebruiken die vergelijkbaar zijn met die van andere dagen in de heidense midwintertijd. Het feest begon, zoals alle Germaanse en Keltische feesten, op de vooravond (die in het Engels nog steeds New Year’s Eve heet). Naar de heilige aan wie deze dag gewijd is, werd vroeger ook wel van Silvesteravond gesproken; een naam die in Duitsland nog steeds gebruikt wordt. Sylvester was een paus uit de vierde eeuw; zijn feest valt op 31 december. Toen de heiligenverering tijdens de Reformatie werd afgeschaft, ontstond de gewoonte van Oudejaarsavond te spreken. Het knallen van vuurwerk bij het begin van het nieuwe jaar en allerlei gebruiken om de gevestigde orde op haar kop te zetten, is een algemeen verschijnsel tijdens deze avond. In Nederland is het traditie om Oudejaarsavond met familie en vrienden te vieren, waarbij oliebollen en/of appelflappen worden gegeten. Er wordt vaak gekeken naar een oudejaarsconference. Om twaalf uur toost men met champagne op het nieuwe jaar en wordt er zeer veel vuurwerk afgevuurd.
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Vanavond eindigt Chanoeka (Inwijdingsfeest). Bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Chanoeka (Inwijdingsfeest): bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Chanoeka (Inwijdingsfeest): bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Onnozele Kinderen
Op 28 december viert men in het christendom en met name in de katholieke kerk het martelaarschap van de onschuldige jongetjes van Bethlehem die op gezag van koning Herodes (tweede hoofdstuk van het Evangelie van Matteüs) werden vermoord. Ook wel: Onschuldige Kinderen. De katholieke traditie leert dat God de onschuldige jongetjes van Bethlehem had voorbestemd om door hun dood te getuigen van de Messias. Sinds de vijfde eeuw worden zij daarom als heiligen vereerd.
Het feest van de Onnozele kinderen werd voor het eerst in het jaar 505 in Carthago gevierd. Het stamt van een oud Romeins kinderfeest, het ‘festum puerorum’. Dit verkleedfeest, waarin oosterse, Romeinse en Keltische elementen waren opgenomen, werd door de kerk verboden.In de loop van de tijd werd Onnozele Kinderen een (kerkelijk) kinderfeest. In die hoedanigheid werd het in Nederland uiteindelijk overschaduwd door de viering van Sint-Nicolaas. Op Onnozele Kinderen waren vroeger de kinderen de baas en trokken zij als volwassenen gekleed langs de deuren om geld of snoep te vragen.
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Chanoeka (Inwijdingsfeest): bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Chanoeka (Inwijdingsfeest): bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Kerstmis/Tweede Kerstdag
Kerstmis is het feest dat rond de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd en is het feest dat door de christelijke gemeenschappen uitgebreid als familiefeest wordt gevierd. In de christelijke kerk wordt in een kerkdienst de komst of de geboorte van de Messias, Jezus Christus gevierd. Jezus Christus werd in Bethlehem geboren uit een joodse vrouw, Maria, die maagd was en door God uitverkoren om zijn zoon te baren. De echtgenoot van Maria was Jozef. Zij waren onderweg en zo kon het gebeuren dat Jezus in een stal werd geboren. Hieraan herinnert de kerststal ten tijde van Kerstmis.
Lang niet iedereen in Nederland is lid van een christelijke kerk, maar met kerst gaan veel meer mensen dan anders naar een kerkdienst.
Hoe het ook gevierd wordt, Kerstmis is een feest van warmte, gezelligheid en overvloed. Op scholen en in instituten wordt een paar dagen voor Kerstmis ook kerstfeest gevierd met een kerstspel waarin het kerstverhaal (dat meestal over opoffering, naastenliefde en vrijgevigheid gaat) wordt nagespeeld. Er wordt veel gezongen.
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Chanoeka (Inwijdingsfeest): bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Kerstmis/Eerste Kerstdag
Kerstmis is het feest dat rond de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd en is het feest dat door de christelijke gemeenschappen uitgebreid als familiefeest wordt gevierd. In de christelijke kerk wordt in een kerkdienst de komst of de geboorte van de Messias, Jezus Christus gevierd. Jezus Christus werd in Bethlehem geboren uit een joodse vrouw, Maria, die maagd was en door God uitverkoren om zijn zoon te baren. De echtgenoot van Maria was Jozef. Zij waren onderweg en zo kon het gebeuren dat Jezus in een stal werd geboren. Hieraan herinnert de kerststal ten tijde van Kerstmis.
Lang niet iedereen in Nederland is lid van een christelijke kerk, maar met kerst gaan veel meer mensen dan anders naar een kerkdienst.
Hoe het ook gevierd wordt, Kerstmis is een feest van warmte, gezelligheid en overvloed. Op scholen en in instituten wordt een paar dagen voor Kerstmis ook kerstfeest gevierd met een kerstspel waarin het kerstverhaal (dat meestal over opoffering, naastenliefde en vrijgevigheid gaat) wordt nagespeeld. Er wordt veel gezongen.
Chanoeka (Inwijdingsfeest)
Vanavond begint Chanoeka (Inwijdingsfeest). Bij de herinwijding van de Tempel door de Makkabeeën (4e eeuw voor de gewone jaartelling) werd er volgens de traditie slechts één kruikje kosjere olie gevonden om de menora (de zevenarmige gouden Tempelkandelaar) te branden. Het kruikje raakte echter niet leeg voordat nieuwe olie was toebereid. De kandelaar bleef op het ene kruikje acht dagen branden. Daarom duurt dit feest, dat altijd in de maand december valt, acht dagen. Elke dag steekt men een kaarsje meer aan tot er 8 branden. Na het aansteken met de nodige brachot (zegenbedes) zingt men het eeuwenoude lied Maoz Tzoer. Men eet allerlei traditionele eetwaren waar olie in verwerkt is zoals de soefganiot (soort berliner bol) en latkes (aardappelkoekjes gebakken in olie).
Kerstavond
Nauwelijks is het Sinterklaasfeest voorbij of overal verschijnen de kerstversieringen. Hoe het ook gevierd wordt, Kerstmis is een feest van warmte, gezelligheid en overvloed. De winkelstraten worden versierd met verlichte sterren en met dennegroen. Overal in de stad kun je kerstbomen kopen. Voor de ramen van de huizen zie je gekleurde lichtsnoeren en sterren. Hoe korter de dagen worden, des te meer lichtjes worden er aangestoken. In de christelijke kerk wordt deze tijd de adventtijd genoemd; in de vier weken voor kerst bereidt men zich voor op de geboorte van Jezus. Elke zondag steekt men in de kerk een grote kaars aan, zodat er met kerst vier adventkaarsen branden. Ook hangt men thuis adventkransen van groene takken aan linten op of adventkalenders, waarvan iedere dag een luikje open mag, tot het Kerstmis is.
Dan is het 24 december en wordt er in veel gezinnen kerstavond gevierd. De kerstboom staat opgetuigd, vol lichtjes, versieringen zoals ballen, engeltjes, klokjes, met bovenop een glimmende piek. Onder de kerstboom staat soms een kerststal met de figuren uit het bijbelse kerstverhaal uitgebeeld door middel van poppen.
Het huis is verder ook versierd met dennegroen, veel kaarsen en kerststukjes. Er worden feestelijke maaltijden gehouden en men trekt mooie kleren aan. In de christelijke wereld (de katholieke en de protestantse kerken) wordt op deze avond binnen de kerkgemeenschap de geboorte van Jezus Christus gevierd. Vaak gebeurt dat in de zogenaamde nachtmis. Het is vaak een van de drukste kerkdiensten van het jaar. Tegenwoordig zijn er in veel kerken in de vooravond speciale kinderdiensten.
De gewoonte om op de avond voor de eigenlijke feestdag naar de kerk te gaan is zeer oud en stamt uit de Joodse traditie. In het Jodendom begint de dag namelijk met de nacht. De sabbat begint bijvoorbeeld op vrijdagavond na zonsondergang. Dit is in het Christendom in stand gehouden en men viert dus op de avond voor Kerst al het Kerstfeest.
Vierde zondag van de Advent
De Advent is de tijd van voorbereiding op het kerstfeest; de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus wordt verwacht. Omdat het Latijnse woord voor ‘komst’ of ‘het komen’ ‘adventus’ is, worden de vier weken vóór Kerstmis ‘Advent’ genoemd.
De Advent omvat ongeveer vier weken. De Advent begint op de zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december. De zondagen van deze tijd heten 1e, 2e, 3e en 4e zondag van de Advent. De Advent telt altijd vier zondagen, terwijl het totaal aantal weekdagen kan variëren van 22 tot 27.
Sint Thomas
De kortste dag van het jaar, 21 december, is gewijd aan de heilige Thomas. De apostel Thomas is vooral bekend omdat hij niet geloofde dat Christus werkelijk was opgestaan uit de dood. Rond 21 december bestaan allerlei gebruiken en rituelen. De bekendste zijn het gebruik dat langslapers op deze dag moeten trakteren en het luiden van de klokken. Op Sint Thomas mochten kinderen hun ouders of meester buitensluiten totdat hun een traktatie of een verhaal werd beloofd.
Hoewel 21 december pas na de invoering van de Gregoriaanse kalender de kortste dag werd, was het vanouds een van de dagen rond de joeltijd waarin midwintergebruiken bestonden, heidense gebruiken die op een vrij doorzichtige wijze door de heilige werden gekerstend. De hernieuwde levenskracht werd vaak met zang en dans gevierd. In een geschrift uit 1521 klaagt Erasmus dat er in de Thomasnacht in de Rotterdamse kerken wordt gedanst. Ook het Thomasluiden was bedoeld om de levenskracht weer te wekken. In veel delen van Nederland, met name in het noorden, werden de kerkklokken tussen 21 en 31 december de hele dag geluid. Het midwinterhoornblazen, dat met name in Twente tot vandaag de dag populair is gebleven, heeft in wezen dezelfde functie als het Thomasluiden.
Verlichting van Boeddha
Een jaarlijks terugkerend feest van de Mahayana-boeddhisten. Het is de herdenking dat de Boeddha onder een vijgenboom (een zogenaamde Ficus religiosa) het ware inzicht, de verlichting, kreeg. Een dergelijke boom wordt door de boeddhisten bodhi-boom, boom van de verlichting, genoemd. Bodhi-dag wordt niet zo algemeen gevierd zoals Hanamatsuri of Wesak, feesten die allebei de geboorte van de Boeddha vieren. Toch vinden binnen de vele tradities van Mahayana-stromingen vieringen plaats. De diensten op deze dag verschillen per stroming maar centraal staat het herdenken van het bereiken van nirwana door de Boeddha en wat dat betekend heeft voor het boeddhisme. Boeddhisten herdenken deze dag door extra meditatie, studie van de Dhamma, het zingen van boeddhistische teksten of het doen van vriendelijke handelingen naar andere wezens. De boeddhisten die de Chinese kalender volgen, herdenken de verlichting van Boeddha een maand later (op de achtste dag van de twaalfde Chinese maanmaand).
Derde zondag van de Advent
De Advent is de tijd van voorbereiding op het kerstfeest; de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus wordt verwacht. Omdat het Latijnse woord voor ‘komst’ of ‘het komen’ ‘adventus’ is, worden de vier weken vóór Kerstmis ‘Advent’ genoemd.
De Advent omvat ongeveer vier weken. De Advent begint op de zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december. De zondagen van deze tijd heten 1e, 2e, 3e en 4e zondag van de Advent. De Advent telt altijd vier zondagen, terwijl het totaal aantal weekdagen kan variëren van 22 tot 27.
Gaudete (Latijn voor Verheugt u) is een Gregoriaans introïtusgezang voor de mis van de derde zondag van de Advent en tevens de naam voor deze zondag van de Advent. Op deze derde Adventszondag mag er als liturgische kleur oudroze (= een mengsel van paars en wit) worden gebruikt in plaats van paars daar waar dit gebruikelijk is.
Maria Onbevlekte Ontvangenis
De Onbevlekte Ontvangenis van Maria is een dogma van de rooms-katholieke kerk dat op 8 december met een hoogfeest gevierd wordt. Het dogma bevestigt de bijzondere status van Maria door vast te stellen dat zij ter wereld kwam zonder door de erfzonde te zijn belast. Zij ontving, met andere woorden, een onbevlekte ziel. Op haar ziel werd door God reeds tevoren de zuiverende werking van de toekomstige verlossing door haar zoon Jezus Christus toegepast.
Omdat het dogma niet expliciet vermeld wordt in de Bijbel, wordt het door de protestantse kerken afgewezen. Katholieken wijzen daarop dat er wel degelijk in de Bijbel een passage staat, waarin God zegt dat “niets dat onrein is de Tempel zal binnen gaan”. Het menselijk lichaam wordt in de Bijbel vaak genoemd als tempel van de Heilige Geest. Volgens deze zienswijze kan ook de Heilige Geest nergens komen of binnentreden waar onzuiverheid heerst. Aangezien Jezus Christus waarlijk God en waarlijk mens was, kon ook Hij pas incarneren als de plek van incarnatie ook zuiver was.
Het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis wordt vaak verward met een ander dogma; dat van Jezus’ geboorte uit een maagd.
Gita Jayanti
De dag van de Bhagavad Gita, het “Lied van de Heer”. De Bhagavad Gita is een onderdeel van het grote Mahabharata-epos. Het vertelt hoe de god Krishna de krijger Ardjuna bijstaat en hem inzicht geeft in leven dood, de band tussen mens en god en het onderscheid tussen goed en kwaad. De Bhagavad Gita geeft in essentie, in een bijna verhalende vorm, de kennis en wijsheid weer, die in de boeken van de Veda’s en de Upanishads zijn opgeschreven.
Tweede zondag van de Advent
De Advent is de tijd van voorbereiding op het kerstfeest; de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus wordt verwacht. Omdat het Latijnse woord voor ‘komst’ of ‘het komen’ ‘adventus’ is, worden de vier weken vóór Kerstmis ‘Advent’ genoemd.
De Advent omvat ongeveer vier weken. De Advent begint op de zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december. De zondagen van deze tijd heten 1e, 2e, 3e en 4e zondag van de Advent. De Advent telt altijd vier zondagen, terwijl het totaal aantal weekdagen kan variëren van 22 tot 27.
Eerste zondag van de Advent
De Advent is de tijd van voorbereiding op het kerstfeest; de tijd waarin de komst en wederkomst van Jezus Christus wordt verwacht. Omdat het Latijnse woord voor ‘komst’ of ‘het komen’ ‘adventus’ is, worden de vier weken vóór Kerstmis ‘Advent’ genoemd.
De Advent omvat ongeveer vier weken. De Advent begint op de zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december. De zondagen van deze tijd heten 1e, 2e, 3e en 4e zondag van de Advent. De Advent telt altijd vier zondagen, terwijl het totaal aantal weekdagen kan variëren van 22 tot 27.
Christus Koning van het Heelal
Het feest van Christus Koning van het Heelal (“Dominus Noster Iesus Christus Universorum Rex” in het Latijn) is een hoogfeest binnen de Rooms-katholieke Kerk dat eind november gevierd wordt, op de 34e en laatste zondag van het liturgisch jaar. Het feest werd in 1925 ingesteld door paus Pius XI naar aanleiding van de 1600-jarige viering van het Concilie van Nicaea.
Overigens is de datum eenvoudig te bepalen: het hoogfeest van Christus Koning valt altijd op de zondag in de periode van 20 tot en met 26 november. Deze zondag wordt gevolgd door de eerste zondag van de advent, het begin van het nieuwe kerkelijke jaar.
Sinterklaas
Op 5 december is het in Nederland Sinterklaasavond (Pakjesavond). Zo’n 65% van de bevolking viert dan de ‘verjaardag’ van Sinterklaas en men geeft elkaar uit naam van de goedheiligman cadeautjes. Ten onrechte denkt men vaak dat dit een eeuwenoude traditie is. Het feest van Sint Nicolaas bestaat weliswaar al meer dan 700 jaar, maar veel elementen van de huidige Sinterklaasviering hebben pas vanaf omstreeks 1850 vorm gekregen.
Zo is de nu algemene Sinterklaasavond of Pakjesavond in huiselijke kring op 5 december van betrekkelijk recente datum.
Volgens de heilige kalender van de katholieke kerk is 6 december de gedenkdag van de heilige Nicolaas en nog tot na de Tweede Wereldoorlog vonden kinderen op de morgen van 6 december de geschenken die Sinterklaas hen had gebracht. Zoals bij zoveel feesten, werd echter ook de vooravond van de eigenlijke feestdag bij de viering betrokken: Sinterklaasavond. Dan hadden volwassenen een gezellig samenzijn. In gegoede kringen, en vooral in de steden, gaven volwassenen elkaar op die avond al in de negentiende eeuw geschenken. Dit gebruik verspreidde zich pas gedurende de eerste helft van de twintigste eeuw over het hele land en naar andere sociale lagen van de bevolking. Kinderen werden steeds meer betrokken bij deze pakjes- of surpriseavond.
Tegenwoordig geldt 5 december algemeen als de ‘verjaardag’ van Sinterklaas. Vaak worden er aan elkaar ‘surprises’ gegeven en worden er lootjes getrokken, waarbij het de bedoeling is om anoniem de draak te steken met de persoon die het pakje in ontvangst neemt. Dit gaat meestal in de vorm van gedichten. Ook wordt het iemand moeilijk gemaakt om het geschenk te bemachtigen: eerst moet de ontvanger raadsels oplossen, lagen plakband verwijderen, sinterklaasliederen zingen, honden- of paardendrollen trotseren en andere kwellende opgaven volbrengen, voordat een vaak pietluttig geschenk kan worden onthuld.
Sint-Nicolaas leefde in de vierde eeuw en was bisschop in het Zuid-Turkse stadje Myra. Zijn sterfdag (dus niet zijn geboortedag) was 6 december. De eerstgenoemde Sint-Nicolaas was een ongekend populaire heilige en over hem deden verschillende legenden de ronde. In 1087 werd zijn gebeente door zeelieden naar Zuid-Italië vervoerd en van daaruit brachten de Noormannen de verering van Sint-Nicolaas over naar de streken aan de Noordzeekust. Sint Nicolaas werd toen vooral bekend als beschermheilige van zeelieden en vissers, kinderen en scholieren, jongeren die een partner zochten en van gevangenen. Vanaf die tijd zijn veel kerken aan hem gewijd. Nadat het Sinterklaasfeest uit de kerk verbannen was, bleef het gebruik bestaan dat zowel de geestelijke als de wereldlijke overheid aan arme kinderen geschenken gaven, zoals kleren, nieuwe schoenen met geld erin en lekkernijen.
Er is in Nederland veel gespeculeerd over de herkomst van Sinterklaas. Volgens veel onderzoekers zijn het echter vooral de christelijke achtergronden waaruit de huidige sinterklaasviering voortkomt.
In de tweede helft van de 20ste eeuw kwam de discussie op gang of de knecht van Sinterklaas, Zwarte Piet, een racistische bijklank zou hebben. Zowel de huidskleur als de ‘sociale positie’ van Zwarte Piet vormden hiervoor de aanleiding. Drie jaar geleden waren er, op de dag van de intocht van Sinterklaas, enkele honderden demonstranten aanwezig bij het protest tegen Zwarte Piet. Op Curacao kwam Sinterklaas aan met Zwarte Pieten en Gekleurde Pieten. Ook de afgelopen jaren is de discussie rondom Zwarte Piet nog zeer actueel; er vinden steeds meer intochten plaats met een alternatief voor de Zwarte Piet.
Sint Maarten
Op deze dag wordt in Nederland de naamdag van Sint Maarten gevierd. Kinderen lopen met lampionnen over straat en gaan in kleine groepjes de huizen langs om snoep of fruit te bemachtigen.
De viering van Sint-Maarten heeft een duidelijke christelijke achtergrond. Het is de naamdag van de heilige Sint Martinus. Sint Martinus was beschermheilige van reizigers en rondtrekkende kooplui; van armen, bedelaars en bekeerde dronkaards; van herders, boeren, wijnbouwers, kinderen en van het vee. Op zijn naamdag kregen de kinderen vrij van school en was het gebruikelijk om hen te trakteren, bijvoorbeeld door met lekkernijen te strooien. De Reformatie maakte een eind aan de verering van veel katholieke heiligen, maar Sint-Maarten bleef ook in protestantse gebieden in ere. Het toeval wilde dat Maarten Luther op 11 november werd gedoopt. Ook de naam kwam overeen en dat was reden genoeg om het populaire feest te blijven vieren. Maarten Luther was overigens een dag eerder geboren in Duitsland; daar viert men Sint-Maarten dan ook op 10 november. Net als bij de Nederlands Sint-Maartenviering lopen kleine kinderen dan met lichtjes. Een verschil is echter dat grotere kinderen verkleed en gemaskerd rondtrekken, waarbij ze veel lawaai maken. Dit doet enigszins denken aan de viering van Halloween. De Sint-Maartenviering heeft tegenwoordig over het algemeen geen religieuze betekenis meer. Wel is het een goede aanleiding voor katholieke scholen om rond 11 november aandacht te besteden aan de eens zo populaire heilige Sint-Martinus.
Dankdag voor Gewas en Arbeid
Op deze dag (iedere eerste woensdag van november) dankt de protestante kerkgemeenschap, tijdens een viering, God voor de verkregen gewassen.
Een dankdag is een gebruik uit de Middeleeuwen; er waren toen vaste bededagen. In 1578 werd bepaald dat er tijdens oorlog en andere rampen massaal gebeden en gedankt moest worden.
Allerzielen
Allerzielen (het feest van alle zielen) is de dag waarop in de Rooms-Katholieke Kerk alle gelovige zielen van gestorvenen worden herdacht. Het feest wordt sinds de twaalfde eeuw op 2 november gevierd op de dag na Allerheiligen. Allerzielen wordt overal in de wereld gevierd maar het meest in de traditioneel katholieke landen zoals Italië, Spanje, Portugal en geheel Latijns-Amerika.
Allerheiligen
Allerheiligen is een christelijke feestdag waarop alle heiligen (ruim 100.000) van de Rooms-Katholieke kerk gezamenlijk worden vereerd en herdacht.
Het feest wordt sinds de achtste eeuw gevierd. Op Allerzielen (2 november) worden alle gestorvenen herdacht. Allerheiligen en Allerzielen zijn de dagen waarop in de rooms-katholieke kerk de onderwerpen dood en leven na de dood aan de orde komen.
De voorbereidingen voor beide feesten vinden vaak plaats op Allerheiligenavond (31 oktober). Allerheiligenavond wordt in het Engels Halloween genoemd.
Divali
Divali is een vrolijk Hindoefeest en, net als Holi, een seizoensfeest; maar nu in de herfst. Oorspronkelijk was het een oogstfeest. Divali komt van het woord Dipavali, dat een rij lampjes betekent. Tegen de schemering steekt men in iedere kamer van het huis, en als het klimaat het toelaat ook buiten op het pad of op het dak, kaarsen aan. Divali is gewijd aan Maha Lakshmi, de godin van het licht, de voorspoed, het geluk, het succes, de wijsheid en de welvaart. Het wordt gevierd tijdens de nieuwe maan in de maand Asvin. Bij het Divali-feest gaat het om de goede dingen die het kwade overwinnen: het licht wint het van de duisternis, de warmte van de kou, de waarheid van de onwaarheid en de reinheid van de onreinheid.
Voor Divali moet het huis brandschoon worden gemaakt. Een week lang eten Hindoes geen vlees en drinken geen alcohol. Zo maken ze zich van binnen schoon. Ze wassen zich grondig en trekken nieuwe kleren aan. Dan wordt in de stikdonkere nacht van de nieuwe maan het hele huis verlicht met diya’s. Dat zijn aarden schoteltjes met geklaarde boter als brandstof en een katoenen pitje. De oudere vrouwen van de families voeren voor de deur een plechtigheid uit. Ze bidden tot Lakshmi en vragen de godin het huis te bezoeken. De hele nacht branden er diya’s, lampjes, kaarsen, fakkels en elektrische lichtjes, zodat Lakshmi het huis goed kan vinden. Door al die lichtjes wordt ook het innerlijk van de mensen verlicht. Iedereen krijgt het gevoel met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen.
Halloween (Allerheiligenavond)
Halloween (ook genoemd All Hallows’ eve(ning)) is de Engelse naam voor Allerheiligenavond. Het feest wordt gevierd op 31 oktober, de avond voor Halloween. In de Keltische kalender begon het jaar op 1 november, dus 31 oktober was oudejaarsavond. Dit was een heidens feest, de katholieke kerk maakte er later Allerheiligen(avond) van. Het christelijke feest van Allerheiligen, de dag waarop alle heiligen van de rooms-katholieke kerk gezamenlijk worden herdacht, werd in de negende eeuw door paus Gregorius IV vastgesteld op 1 november. Allerheiligen en Allerzielen (2 november) zijn de dagen waarop in de rooms-katholieke kerk wordt stilgestaan bij de thema’s sterfelijkheid, dood en laatste oordeel. De voorbereidingen voor beide feesten vinden vaak plaats op allerheiligenavond, die van Allerzielen ook wel op allerheiligendag. Ze bestaan vooral uit het bezoek aan kerkhoven en het branden van kaarsen.
Door de protestantse kerken werden deze feesten in de zestiende eeuw afgeschaft, omdat ze in strijd waren met de reformatorische leer. In Engeland leefde Halloween sindsdien als een wereldlijk feest voort en het heeft zich van daaruit verder verspreid. Het feest is in de negentiende eeuw door Ierse immigranten naar de Verenigde Staten gebracht. Op 31 oktober verkleden kinderen zich en bellen als het donker wordt aan bij huizen in de buurt die versierd zijn met pompoenen en lichtjes, en roepen “trick or treat” (de keuze gevend tussen een plagerijtje uithalen of een versnapering krijgen). De bewoners geven de kinderen dan snoepjes. Jonge volwassenen gaan soms naar Halloweenfeesten.
Reformatiedag
Hervormingsdag is een herdenkingsdag op 31 oktober in verschillende protestantse kerken. Deze dag staat in het teken van Maarten Luther die op 31 oktober 1517 zijn 95 proteststellingen t.a.v. de katholieke kerk op de deur van de Slotkapel te Wittenberg gespijkerd zou hebben.
Uiteindelijk leidde het protest van Luther tot een breuk met de Rooms-Katholieke Kerk. In de 16e eeuw zijn toen de protestantse kerken ontstaan.
Op de hervormingsdag wordt veelal aandacht gegeven aan de centrale thema’s in de prediking en de reformatie van Luther. Luther wilde de kerk uiteindelijk weer terug berengen bij de Bijbel, Christus, de genade en het geloof. In de Rooms-Katholieke Kerk van zijn dagen waren deze zaken volkomen op de achtergrond geraakt. De paus beheerste volledig de kerk. De kerk was in zijn dagen soms meer instrument voor machtspolitiek, dan middel tot verbreiding van het Evangelie van de persoon van Jezus Christus.
Op Hervormingsdag wordt in de protestantse kerken veelal gepreekt uit de brieven van Paulus, in het bijzonder de brief van Paulus aan de gemeente van Rome (de Romeinenbrief) waarin de rechtvaardiging van de goddeloze centraal staat. De rechtvaardiging van de goddeloze vormt het hart van de reformatorische theologie.
Navaratri (Tweede Periode)
Na Pitra Paksj begint nu de Navaratri (tweede periode): negen dagen durende festiviteiten die afgesloten worden met Vijay-dashmi. Navaratri is een feest van dans en aanbidding.
Letterlijk betekent Navaratri 9 nachten. Op een van deze 9 dagen houdt de vrome hindoe – veelal in huiselijke kring – een offerdienst, waarbij de negen manifestaties (verschijningsvormen) van de vrouw van Shiva worden vereerd.
Kol Nidrei (Alle Geloften)
Kol Nidrei betekent ‘alle geloften’. Dit zijn de beginwoorden van het aanvangsgebed dat op de vooravond van Jom Kipoer driemaal wordt gereciteerd. In dit gebed verklaart men dat alle onbezonnen beloften die men het komende jaar tot de nieuwe Jom Kippoer tegen zichzelf zal afleggen geen waarde zullen hebben.
Het gebed is nog voor de verwoesting van de Tempel ontstaan. Voordat de Hogepriester het Heilige der Heiligen binnenging (één keer per jaar, op Jom Kippoer) zong hij een lied over zijn zonden, over de zonden van de overige priesters en over de zonden van heel Israël. Nadat hij in het Heilige der Heiligen voor de zonden van het gehele volk had geofferd stuurde men een geit, de zogeheten zondebok, de woestijn in om daar te sterven. Deze geit stond symbool voor alle zonden van het volk.
Simchat Tora (Vreugde om de Levensleer)
Simchat Tora (Vreugde om de Levensleer) wordt overal vreugdevol gevierd en is direct na Soekot op de 23e dag van het nieuwe jaar. Men leest op deze dag het laatste en direct daarna het eerste gedeelte van de Tora om aan te geven dat het lezen en studie van de Tora altijd doorgaat. Voor het laatste stuk kiest men een Chatan Tora (een bruidegom van de Leer) en voor het eerste een Chatan Beresjiet (een bruidegom van het begin). Bij voorkeur mannen die in het afgelopen jaar getrouwd zijn. Er worden lekkernijen aan de kinderen uitgedeeld. Men danst met alle in de synagoge aanwezige Torarollen.
Sjemini Atseret (Slotfeest)
Tot vanavond vieren de joden het Slotfeest. Dit feest sluit het Loofhuttenfeest (Soekot) af. Men bidt om regen in de hoop op een vruchtbaar jaar. Letterlijk betekent het: ‘de achtste dag van het samenkomen’. Op zich is zeven dagen al genoeg, maar het is voor God moeilijk om afscheid te nemen, daarom blijven de joden nog een dagje. De tijd die men hiermee kreeg wordt van oudsher gebruikt om te bidden voor extra regen zodat straks alles zal gaan groeien en bloeien.
Simchat Tora (Vreugde om de Levensleer)
Vanavond begint de viering van Simchat Tora. Simchat Tora (Vreugde om de Levensleer) wordt overal vreugdevol gevierd en is direct na Soekot op de 23e dag van het nieuwe jaar. Men leest op deze dag het laatste en direct daarna het eerste gedeelte van de Tora om aan te geven dat het lezen en studie van de Tora altijd doorgaat. Voor het laatste stuk kiest men een Chatan Tora (een bruidegom van de Leer) en voor het eerste een Chatan Beresjiet (een bruidegom van het begin). Bij voorkeur mannen die in het afgelopen jaar getrouwd zijn. Er worden lekkernijen aan de kinderen uitgedeeld. Men danst met alle in de synagoge aanwezige Torarollen.
Sjemini Atseret (Slotfeest)
Vanavond begint het Slotfeest. Dit feest sluit het Loofhuttenfeest (Soekot) af. Men bidt om regen in de hoop op een vruchtbaar jaar. Letterlijk betekent het: ‘de achtste dag van het samenkomen’. Op zich is zeven dagen al genoeg, maar het is voor God moeilijk om afscheid te nemen, daarom blijven de joden nog een dagje. De tijd die men hiermee kreeg wordt van oudsher gebruikt om te bidden voor extra regen zodat straks alles zal gaan groeien en bloeien.
Soekot (Loofhuttenfeest)
Soekot (Loofhuttenfeest) is één van de drie pelgrimsfeesten (naast Pesach en Sjawoeot) en begint op de 15e van het nieuwe jaar bij volle maan. Men bouwt een soeka (loofhut) waarbij men door de dakbedekking heen de lucht moet kunnen zien. Zeven dagen woont men hierin, maar vaak eet men er vooral in. Het volk Israël verbleef 40 jaar in de woestijn en woonde in loofhutten. Men was aangewezen op de zorg van de Allerhoogste die het volk voorzag van manna en water. Dit diepe vertrouwen viert men tijdens Soekot. Gastvrijheid staat ook tijdens dit feest hoog in het vaandel. Naast de loofhut is er de Loelav, bestaande uit 3 verschillende plantensoorten en de Etrog (citrusvrucht). De Loelav symboliseert de eenheid en verbondenheid van het Joodse volk. De Loelav wordt tijdens de diensten in de synagoge gebruikt.
Sint Michaël
Sint Michaël is een christelijk herfstfeest dat tegenwoordig steeds meer als een oogstfeest gezien mag worden. Het Concilie van Mainz heeft in 813 besloten dat 29 september een feestdag is voor de aartsengel Michaël en alle andere engelen. Voor deze datum is gekozen omdat er op deze dag een basiliek in Rome gewijd werd aan de aartsengel Michaël. Hij was enkele maanden tevoren op deze plek verschenen.
Michaël was de aanvoerder van de hemelse engelen tegen de duivel en andere duistere figuren. Hij begeleidde de zielen van de overledenen in het hiernamaals, hij stortte de zondaars hierbij in het vagevuur terwijl de anderen naar de hemel gingen. Tevens kondigde hij de dood van de Heilige maagd aan en vocht met de duivel om het lichaam van de overleden Mozes.
Tegenwoordig viert men met Sint Michaël het oogstfeest, deze dag is de laatste dag dat men appelen plukken kan. Men dankt Sint Michaël voor de goede oogst zodat men de dorre en doodse wintermaanden door kan komen. Speciaal op dit feest wordt het Michaëlsbrood gebakken. Tevens is het een feest dat oproept tot innerlijke moed waarbij men gevaren zoals eenzaamheid bestrijden moet. En eenzaamheid is een van de verleidingen die in de winter periode toe kunnen slaan.
Pitra Paksj (Herdenkingsfeest)
Periode van twee weken in de donkere (Krisjna Paksja) helft van de maand Asvina waarin de overleden ouders en familieleden (pitries) herdacht worden. Er worden diensten en ceremonies gehouden, waarbij de dodenoffers (straaha’s) centraal staan.
Hindoes hebben verplichtingen ten opzichte van de ouders en voorouders, de Pitri-rina. De schuld aan de ouders lost men af door hen in hun oude dag te voorzien en hen te eren tijdens erediensten, poedja’s. Een restschuld lost men af met Pitri Poedja. De voorouders krijgen voedsel en bloemen als offergaven en er worden mantra’s opgezegd. De voorouders zullen dan in het komende jaar instaan voor het welzijn van hun nakomelingen.
De offerplechtigheden worden sjhraadh genoemd, wat zoveel wil zeggen als ‘eerbied’. De religieuze voorschriften luiden dat de oudste zoon de offerplicht uitvoert. Daarom is het belangrijk voor hindoes om een zoon te hebben. De zoon wordt vaak door een pandit bijgestaan.
Rosj HaSjana (Joods Nieuwjaar)
Rosj HaSjana is het Joodse Nieuwjaar. De eerste maand van het nieuwe jaar is vooral een spiritueel nieuw begin waar ernst en vreugde elkaar afwisselen. Vergeving en verzoening staan centraal in de dagen van Rosj HaSjana tot Jom Kipoer (Grote Verzoendag). Men staat stil bij het herstellen van de medemenselijke relaties. Zoete eetwaren als stukjes appel met honing worden gegeten en men wenst elkaar een ‘Sjana Tova Oemetoeka’, ‘een goed en zoet jaar’.
Rosj HaSjana (Joods Nieuwjaar)
Rosj HaSjana is het Joodse Nieuwjaar. De eerste maand van het nieuwe jaar is vooral een spiritueel nieuw begin waar ernst en vreugde elkaar afwisselen. Vergeving en verzoening staan centraal in de dagen van Rosj HaSjana tot Jom Kipoer (Grote Verzoendag). Men staat stil bij het herstellen van de medemenselijke relaties. Zoete eetwaren als stukjes appel met honing worden gegeten en men wenst elkaar een ‘Sjana Tova Oemetoeka’, ‘een goed en zoet jaar’.
Soekot (Loofhuttenfeest)
Vanavond begint Soekot. Soekot (Loofhuttenfeest) is één van de drie pelgrimsfeesten (naast Pesach en Sjawoeot) en begint op de 15e van het nieuwe jaar bij volle maan. Men bouwt een soeka (loofhut) waarbij men door de dakbedekking heen de lucht moet kunnen zien. Zeven dagen woont men hierin, maar vaak eet men er vooral in. Het volk Israël verbleef 40 jaar in de woestijn en woonde in loofhutten. Men was aangewezen op de zorg van de Allerhoogste die het volk voorzag van manna en water. Dit diepe vertrouwen viert men tijdens Soekot. Gastvrijheid staat ook tijdens dit feest hoog in het vaandel. Naast de loofhut is er de Loelav, bestaande uit 3 verschillende plantensoorten en de Etrog (citrusvrucht). De Loelav symboliseert de eenheid en verbondenheid van het Joodse volk. De Loelav wordt tijdens de diensten in de synagoge gebruikt.
Mawlid an-Nabi (Geboortedag Mohammed)
Mawlid an-Nabi (Geboortedag Mohammed) begint officieel de voorgaande avond bij zonsondergang. Op deze dag vieren moslims de geboortedag van de profeet Mohammed: Mevlid Kandili (Turks), Moeloed an-nabi (Marokkaans) of Milaad en-nabi (Surinaamse en Molukse moslims).
Mohammed werd geboren in ± 570 van onze jaarrekening. Die gebeurtenis wordt door alle moslims uitbundig gevierd. Er wordt speciaal (zoet) eten bereid en gezongen. Dit gebruik hangt nauw samen met het spreekwoordelijke Arabische ‘zoet eten en zoet denken’. Het consumeren van zoetigheid staat voor moslims symbool voor de positieve manier van denken over de profeet. Veel gelovigen gaan ’s avonds naar de moskee. Daar wordt dan gesproken over de profeet, over het islamitische geloof en er wordt uit de Koran gelezen.
Turken noemen deze dag waarop Mohammed werd geboren Mevlid Kandili. Mevlid betekent ‘geboorte’, Kandili ‘kandelaar’. Dit laatste woord verwijst naar het Turkse gebruik om op bijzondere feestdagen ’s avonds in de moskee alle lichten aan te steken. Turken eten op ‘de Verlichte Nacht van de Geboorte’ vaak een kom griesmeel met boter en honing. Dit was volgens de overlevering het lievelingsgerecht van Mohammed.
Rosj HaSjana (Joods Nieuwjaar)
Vanavond begint Rosj HaSjana. Rosj HaSjana is het Joodse Nieuwjaar. De eerste maand van het nieuwe jaar is vooral een spiritueel nieuw begin waar ernst en vreugde elkaar afwisselen. Vergeving en verzoening staan centraal in de dagen van Rosj HaSjana tot Jom Kipoer (Grote Verzoendag). Men staat stil bij het herstellen van de medemenselijke relaties. Zoete eetwaren als stukjes appel met honing worden gegeten en men wenst elkaar een ‘Sjana Tova Oemetoeka’, ‘een goed en zoet jaar’.
Kruisverheffing
De Heilige Kruisverheffing is een feest in de liturgie van de Katholieke kerk. Het wordt eveneens gevierd in de Oosterse orthodoxie. De oorsprong van dit feest ligt in de jaarlijkse viering van de kerkwijding van de basiliek van het Heilig Graf in Jeruzalem, die samenviel met de vondst van het Heilig Kruis door Sint-Helena. De wijding vond plaats op 13 september 335. Deze basiliek staat volgens de overlevering op de plaats waar Christus tussen kruisdood en verrijzenis lag opgebaard. Gedurende het jaarlijkse kerkwijdingsfeest werd het kruis aan het volk getoond. Volgens de traditie heeft aan dit kruis Jezus geleden. Het kruis is volgens de traditie gevonden door Helena, moeder van Constantijn de Grote, die rond 324 naar Jeruzalem pelgrimeerde.
Jom Kipoer (Grote Verzoendag)
Jom Kipoer is de heiligste dag van het Joodse jaar en valt op de 10e dag van het nieuwe jaar. Op deze dag is men veelal bijeen in de synagoge, en vraagt men vergeving van de Allerhoogste voor alles wat men in het afgelopen jaar verkeerd gedaan heeft. Vaak eet men direct na het einde van deze serieuze maar tegelijk ook feestelijke dag een uitgebreide maaltijd samen met familie en vrienden. Dit noemt men ‘aanbijten’. Traditioneel staat in Nederland vaak haringsalade op het menu.
Maria Geboorte
Maria Geboorte is een Maria-feest in de Latijnse en de Orthodoxe Kerk. De Orthodoxie viert Maria’s geboorte met een aparte liturgie, in de Katholieke Kerk geldt het als feest en wordt gevierd zonder octaaf.
Ganesh Chaturthi (Geboortedag Ganesha)
Verering van de god Ganesh, bekend geworden als de melkdrinkende godheid. In sommige streken van India is dit feest zeer populair. Ganesha of Ganesh is de god met het olifantenhoofd. Hij neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers. Hindoes bidden tot Ganesha voor ze aan iets nieuws beginnen, zoals een nieuwe baan of wanneer ze verhuizen.
Krishna Janamashtmi
Een hindoe feest waarbij op twee dagen de geboorte van Krishna wordt herdacht. Een feest met veel muziek, toneel, zang en dans waarbij de verjaardag van Krishna wordt gevierd. Krishna wordt gezien als de volledige incarnatie van de god Vishnu. Hij werd onder erbarmelijke omstandigheden geboren toen zijn ouders gevangen zaten. Het voorlezen uit de Bhagavadgita – een leerdicht van Shri Krishna – staat die dag centraal in de verschillende tempels en bijeenkomsten.
Raksha Bandhan
Raksha Bandhan valt jaarlijks op de volle maan in Sravana (meestal in augustus). Het is een feest voor broers en zussen. De zus zoekt haar broer op en bindt een beschermkoord om diens pols. De broer wordt dan geacht een geschenkje te geven aan zijn zus en haar alle bescherming te bieden. Het woord “Raksha” betekent bescherming en “Bandhan” betekent relatie. Vrij vertaald betekent het dus de beschermende relatie. De ceremonie wordt voorafgegaan door een “Aarti” voor de broer. Daarna zal de zus het koortje om de pols van haar broer vastbinden en tegelijkertijd bekrachtigt ze hun relatie door het opzeggen van een mantra in het sanskriet (tegenwoordig ook in eigen taal) en gebruikt ze rijst en “durva” gras als symbool voor een zegenende werking. De letterlijke betekenis van de mantra is: “O broer, moge jij een lang en gelukkig leven hebben.”
Na de voltrekking van de ceremonie stopt de zus wat zoetigs, vaak laddu, in zijn mond, waarop de broer een klein kado aan de zus overhandigd, meestal is dit in de vorm van een beetje geld.
Maria Tenhemelopneming
Maria Tenhemelopneming is in de Orthodoxe en Katholieke Kerk de feestdag van de opneming “met lichaam en ziel” van Maria in de hemel.
In het dagelijks taalgebruik wordt Maria Tenhemelopneming ook wel Maria Hemelvaart genoemd. Het is evenwel niet zo dat Maria uit eigen kracht “ten hemel gevaren” is, zoals dat geldt voor haar Zoon (Hemelvaart).
In het katholicisme is Maria Tenhemelopneming een hoogfeest en wordt steeds op 15 augustus gevierd. In veel (Europese) landen is het een vrije dag.
Tisah be-Av (Treurdag om Jeruzalem)
Treurdag ter gelegenheid van de verwoesting van de tempel. Men herdenkt met Tisah be-Av de verwoesting van zowel de Eerste als de Tweede Tempel, respectievelijk in 568 voor Christus en 70 na Christus. Het is een dag van vasten en het zingen van klaagliederen. De synagoge is op deze dag slechts zwak verlicht. Dit is niet bepaald een feestdag. Op deze dag staan de Joden stil bij de verwoesting van de tempel door de Romeinen in het jaar 70 na Chr. en nog een aantal andere rampen die rond deze tijd van het jaar in het verleden plaats vonden. Het is een dag van rouw, waarop joden vasten en in de synagoge de Tora-rollen omhullen met zwart doek, het licht is uit, de meesten zitten op de grond of op lage bankjes en alleen de ‘ner tamied’ (een soort Godslamp) brandt. De tempel betekent veel voor de joden, het enige wat er nog van rest is de klaagmuur. Op deze dag worden vooral de klaagliederen gelezen. Maar aan het einde van de vastentijd, ’s middags worden de Joden eraan herinnerd dat in deze tijd van het jaar, de Negende Av ook de Messias zal komen.
Nag Pantsjami
Nag Pantsjami wordt twee keer vlak achter elkaar gevierd: op de vijfde dag van de donkere helft van de maand (5 Krisjna Sravana) én op de vijfde dag van de lichte helft van de maand Sravana (5 Sukla Sravana). Nag Pantsjami is een slangenfestival ter ere van de slangengoden. Een dag van de verering van de mythische oerslang die in de onderwereld verblijft. Daarmee wordt hulde gebracht aan alle dieren. Alle schepselen worden gezien als kralen aan hetzelfde (kosmische) snoer. Ze zijn niet alleen afhankelijk van elkaars bestaan, maar maken elkaars bestaan ook mogelijk. Op deze dag wordt er gebeden voor slangen en worden ze gevoed met melk.
De gedaanteverandering van Jezus
De gedaanteverandering van Jezus, ook Transfiguratie, had volgens de synoptici plaats op de berg Tabor. In Mattheus 17:2 staat te lezen dat Jezus voor de ogen van de discipelen Petrus, Johannes en Jacobus van gedaante veranderde: “Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en zijn kleren werden wit gelijk het licht.” Deze gebeurtenis wordt ook wel de Verheerlijking van Jezus genoemd. Daar laat Jezus zien hoe hij eveneens is, door van gedaante te veranderen. Met Jezus verschijnen ook Mozes en Elia.
Asjoera/De Tiende Dag
Ashura is de 10e dag van de eerste maand van het islamitisch jaar. Nadat op Muharram in de moskee het kerkelijke jaar is begonnen, wordt op deze dag pas echt nieuwjaar gevierd. Het is een islamitische vastendag (pas ná zonsondergang mag er worden gegeten) waarop verschillende geloofsmomenten centraal staan: de schepping, het vertrek van Noach en de zijnen uit de ark en de redding van Mozes uit de handen van Farao worden herdacht. Tevens is op deze dag de kleinzoon van de profeet Mohammed, Hussain, de marteldood gestorven.
Ashura is een dag van tegenstellingen, er heerst blijdschap om de dingen die moeten komen en verdriet om de dingen die voorbij zijn gegaan. Het is echter ook een gezellige dag, want veel mensen zoeken elkaars gezelschap op. Niet alleen in huis, maar ook op straat. Het is vooral een feest voor kinderen, ze krijgen allerlei cadeautjes die lawaai maken: trommels, fluitjes, rotjes, rammelaars en ratels.
Op de ochtend van Ashura kun je beter niet op straat vertonen. Je riskeert namelijk een nat pak doordat iemand een emmer koud water over je heen kiept, of je met een waterspuit probeert te raken. Want op Ashura moet iedereen een bad nemen. ’s Avonds eten de kinderen couscous klaargemaakt met de gedroogde staart van het schaap dat bij het offerfeest is geslacht. Omdat de islamitische wereld voor alle gebeurtenissen die met Allah hebben te maken een andere kalender heeft, valt Ashura ieder jaar op een andere dag. Data kunnen één dag verschillen omdat de aanvang van het feest samenhangt met het opkomen van de maan in een ander werelddeel.
Muharram/Islamitisch Nieuwjaar
De eerste dag van de moslimkalender is de dag waarop de profeet Mohammed en zijn volgelingen de stad Mekka verlieten en naar Medina verhuisden, de hidjra. Dit wordt gezien als het moment waarop de religieuze en sociale gemeenschap van de moslims werd gesticht. In de christelijke jaartelling is dat op 16 juli 622 (na Christus).
Het exacte begin is afhankelijk van het verschijnen van de sikkel van de nieuwe maan. In de moskee wordt een speciale gebedsdienst gehouden, waarna iedereen elkaar een gelukkig nieuwjaar toewenst.
Midzomer/Sint Jansfeest
Midzomer is de langste dag van het jaar. Het is een keerpunt, net als Midwinter. Bij het vieren van dit keerpunt was de traditie, die het feest op 24 juni had bepaald, belangrijker dan de wetenschap dat het solstitium hier in de loop der eeuwen steeds verder van afdwaalde. Het Sint-Jansfeest heeft vanaf de zesde eeuw midzomergebruiken naar zich toe getrokken en ertoe bijgedragen het Midzomerfeest door de eeuwen heen op dezelfde datum te houden. Ook bij andere gelegenheden komen sporadisch midzomergebruiken voor, maar in heel Europa is 24 juni altijd de belangrijkste datum geweest en gebleven.
Op deze dag herdenken de rooms-katholieken de geboortedag van Johannes de Doper, de profeet die Jezus in de rivier de Jordaan doopte. Johannes de Doper werd onthoofd op het moment dat Jezus werkzaam werd en verkondigde: “Kom tot inkeer!”. Op de avond van Sint Jan kwamen vroeger buurtgenoten bij elkaar en maakten met zijn allen een groot vuur. Men zong en danste en de moedigsten sprongen over het vuur heen. Als een jongen en een meisje hand in hand over het vuur sprongen, was hun band voor eeuwig verzegeld. Met Sint Jan was het voor vrouwen mogelijk een vrijer te vinden. In de zeventiende eeuw was het gebruikelijk bloemen aan de huizen te hangen of boven de straat en ’s avonds feest te vieren met elkaar. Jongens en meisjes trokken gearmd door het dorp. Wist de vrouw een man te strikken dan werd deze “mijn Sint Jan” genoemd.
Midzomernacht
De Midzomernacht / Sint-Jansnacht met de daarop volgende ochtend werd algemeen gezien als een magische tijd, waarin het onmogelijke mogelijk werd. De kerk heeft enerzijds geprobeerd het Midzomerfeest te kerstenen in de Sint-Jansviering. Anderzijds werd door de eeuwen heen voortdurend gewaarschuwd tegen de gevaren van heksen en demonen die in deze magische nacht maar al te gemakkelijk hun slag slaan.
Wereldhumanismedag
Op 21 juni wordt Wereld Humanisme Dag gevierd. Deze datum (de langste dag van het jaar) is uitgeroepen tot de “internationale dag van het humanisme” als een uiting van levensoptimisme. De dag wordt door humanistische groepen overal ter wereld gevierd.
Wereldhumanismedag werd in 2013 voor het eerst landelijk gevierd door de humanistische organisaties, die evenementen door het hele land organiseren.
Op www.wereldhumanismedag.nl is hierover meer informatie te vinden.
Offerfeest (Eid Al-Adha)
Het Offerfeest (ook wel Feest van Ibrahiem of Schapenfeest) is het belangrijkste feest van de islam. Het duurt drie dagen en wordt gevierd vanaf de 10e dag van de 12e maand van de islamitische kalender.
Het is het feest van het offer van Abraham. Iedere moslim die er geld voor heeft, slacht op de eerste dag van het Offerfeest een schaap en dat is niet goedkoop (ca. € 300,00).
In het Arabisch heet het Offerfeest Id al-Adha en ook Aid al Kabir, en in het Turks heet het Kurban Bayrami.
Naast het delen (wat een belangrijk gebruik is in de islam) is het zich overgeven aan Allah en het willen zijn als Ibrahiem heel belangrijk bij het vieren van het Offerfeest.
In Nederland wordt de laatste jaren geprobeerd om van het Offerfeest een officiële feestdag (vrije dag) te maken voor de ongeveer half miljoen Nederlandse moslims.
Bedevaart naar Mekka (Id-ul-Hadj)
De Hadj is de jaarlijkse bedevaart naar Mekka die iedere volwassen moslim, die daartoe de middelen heeft, ten minste eens in zijn leven moet verrichten. De Hadj vindt altijd plaats in het begin van de twaalfde maand van de moslimkalender.
De Hadj brengt hem naar de plaats waar Mohammed de Islam heeft gepredikt. Mohammeds ‘afscheidsbedevaart’ in zijn sterfjaar werd het voorbeeld voor het huidige hadj-ritueel. De relatie met de persoon van Mohammed is voor de moslim een belangrijk aspect van de Hadj. Dit blijkt onder meer uit het bezoek dat veel pelgrims na afloop brengen aan Mohammeds graf in Medina.
Sjawoeot (Wekenfeest)
Sjawoeot (ofwel het Wekenfeest) is het tweede van de drie grote feesten met zowel historische als agrarische betekenis (de andere twee zijn Pesach en Soekot). In de agrarische betekenis gedenkt het de tijd waarop de eerste vruchten geoogst werden en naar de Tempel werden gebracht. In die betekenis staat het feest bekend als Chag ha-Bikkoerim (het Feest van de Eerste Vruchten). Historisch gezien gedenkt het de gebeurtenis dat de Tora op de berg Sinaï gegeven werd, en in die betekenis is het feest ook bekend onder de naam Zeman Matan Torateinoe (het Tijdstip van het Geven van onze Tora). Werk is niet toegestaan op Sjawoeot (net als op de eerste en laatste dagen van Pesach en Soekot) en het is gebruikelijk om de hele eerste nacht van Sjawoeot op te blijven en Tora te leren, om daarna zo vroeg mogelijk ’s ochtends het ochtendgebed te zeggen. Traditioneel worden op Sjawoeot gerechten met melkproducten gegeten.
Sjawoeot (Wekenfeest)
Vanavond begint Sjawoeot. Sjawoeot (ofwel het Wekenfeest) is het tweede van de drie grote feesten met zowel historische als agrarische betekenis (de andere twee zijn Pesach en Soekot). In de agrarische betekenis gedenkt het de tijd waarop de eerste vruchten geoogst werden en naar de Tempel werden gebracht. In die betekenis staat het feest bekend als Chag ha-Bikkoerim (het Feest van de Eerste Vruchten). Historisch gezien gedenkt het de gebeurtenis dat de Tora op de berg Sinaï gegeven werd, en in die betekenis is het feest ook bekend onder de naam Zeman Matan Torateinoe (het Tijdstip van het Geven van onze Tora). Werk is niet toegestaan op Sjawoeot (net als op de eerste en laatste dagen van Pesach en Soekot) en het is gebruikelijk om de hele eerste nacht van Sjawoeot op te blijven en Tora te leren, om daarna zo vroeg mogelijk ’s ochtends het ochtendgebed te zeggen. Traditioneel worden op Sjawoeot gerechten met melkproducten gegeten.
Jom Jeroesjalaiem
Jom Jeroesjalaiem is de meest recente Joodse feestdag. Het is de herdenking van de inneming van de oude stad Jeruzalem (7 juni 1967). Jaarlijks op de 28ste dag van de maand ljar; valt 28 ljar op vrijdag of sjabbat dan wordt de viering verplaatst naar de daaraan voorafgaande donderdag. Nadat Israël in 1948 onafhankelijk was geworden, werd de jonge staat aangevallen door omringende landen. Jordanië veroverde het oostelijk deel van Jeruzalem dat het tot 1967 bezette. Pas in juni 1967 (de Zesdaagse Oorlog) verkreeg Israël de zeggenschap over de Oude Stad van Jeruzalem, de Westelijke Tempelmuur en de Tempelberg. Sindsdien wordt op 28 ljar de hereniging van Jeruzalem “Jom Jeroesjalaiem” gevierd.
Pasen – Tweede Paasdag
De paasperiode begint 40 dagen voor Pasen met Aswoensdag. Het uitgangspunt voor het begin van deze periode is voor de westerse christenheid de paaszondag, die valt op de eerste zondag na de volle maan na het begin van de lente (21 maart). Dit is de reden dat Pasen elk jaar op een andere datum valt. De veertigdagentijd, de voorbereidingstijd voor Pasen, is voor veel christenen een periode van versobering, vasten en bezinning. Pasen is het belangrijkste feest van de christelijke traditie. De kerkdiensten kennen in alle stromingen een grote uitbundigheid. Christenen herdenken met Pasen de herrijzenis van Jezus uit het graf op de derde dag na zijn kruisiging.
De tweede dag van de grote feesten heeft te maken met de wens altijd samen te vallen met de viering in Jeruzalem. Door de tweede dag is er – gezien het tijdsverschil – altijd een overlapping met het Joodse paasfeest Pesach.
Pasen was vroeger ook een seizoensgebonden landbouwfeest. Het markeerde het begin van de lente en het einde van een tijd van schaarste, die heerste als de voorraden van de winter opraakten. Veel paasgebruiken zijn afgeleid van dit niet-christelijke lentefeest, zoals het rapen van eieren. Later dienden de eieren voor de katholieken ook om na de 40-daagse vastenperiode weer op krachten te komen.
Pasen – Eerste Paasdag
De paasperiode begint 40 dagen voor Pasen met Aswoensdag. Het uitgangspunt voor het begin van deze periode is voor de westerse christenheid de paaszondag, die valt op de eerste zondag na de volle maan na het begin van de lente (21 maart). Dit is de reden dat Pasen elk jaar op een andere datum valt. De veertigdagentijd, de voorbereidingstijd voor Pasen, is voor veel christenen een periode van versobering, vasten en bezinning. Pasen is het belangrijkste feest van de christelijke traditie. De kerkdiensten kennen in alle stromingen een grote uitbundigheid. Christenen herdenken met Pasen de herrijzenis van Jezus uit het graf op de derde dag na zijn kruisiging. Pasen was vroeger ook een seizoensgebonden landbouwfeest. Het markeerde het begin van de lente en het einde van een tijd van schaarste, die heerste als de voorraden van de winter opraakten. Veel paasgebruiken zijn afgeleid van dit niet-christelijke lentefeest, zoals het rapen van eieren. Later dienden de eieren voor de katholieken ook om na de 40-daagse vastenperiode weer op krachten te komen.
Sacramentsdag
Sacramentsdag (Corpus Christi) wordt gevierd op de tiende dag na Pinksteren. De rooms-katholieken vieren hiermee de instelling van de eucharistie. Ze eten op deze dag brood en drinken wijn. Het brood verwijst naar Jezus’ lichaam, de wijn naar het bloed dat Jezus offerde omwille van het heil van de mensen.
Lag Ba’omer
Lag Ba’omer valt ieder jaar op 18 ljar (meestal in mei) dat samenvalt met dag 33 van de “omer”telling. De tijd tussen Pesach en Sjawoeot is een rouwperiode in het jodendom: de “omer”tijd. Gedurende 33 dagen van de omertijd wordt niet getrouwd, worden geen feesten gegeven en gaat men niet naar de kapper. In deze periode zijn door de eeuwen heen veel joden slachtoffer geworden van vervolgingen. Ook zijn er tijden geweest waarin er met name ellende is ontstaan door onderlinge verdeeldheid van de joden. Er zijn niet veel gebruiken aan de dag verbonden. In Israël worden vaak vuren gestookt en is het een dag waarop (weer) veel huwelijken gesloten worden.
Wesak (Boeddha dag)
Het boeddhistische vollemaansfeest; in mei werd Heer Boeddha tijdens volle maan geboren. Hij heeft verlichting bereikt. Daardoor ontstond het Wesakfeest. Het is een dag van gedeeltelijk vasten en het doen van goede werken. Lekenvolgelingen eten vaak niet tussen 12 uur ’s middags en de volgende ochtend 6 uur; zoals monniken en nonnen elke dag doen. Wesak is een algemeen feest voor de Theravada-boeddhisten (uit een bepaalde “school”). Het is voor deze boeddhisten eigenlijk de meest blije en belangrijkste dag van het jaar, vanwege de Verlichting van de Boeddha. Ze versieren hun Boeddha beelden met lichtjes en kaarsen of lopen er met lampjes omheen. Het huis wordt schoongemaakt en versierd met bloemen (o.a. lotusbloemen). Men stuurt elkaar kaarten en geeft eten aan de monniken.
Pinksteren (2e Pinksterdag)
Tien dagen na Hemelvaartsdag, en dus vijftig dagen vanaf Pasen, herdenken christenen hoe de discipelen van Jezus de Heilige Geest ontvingen. Er verschenen vlammen boven hun hoofden en ze konden nu zieken genezen in naam van Jezus en Gods boodschap in andere talen verspreiden. Tevens wordt de geboorte van de (katholieke) kerk herdacht. In tegenstelling tot Kerstmis en Pasen kent Pinksteren tegenwoordig geen wereldse uiterlijkheden meer. Pinksteren wortelt in het joodse Wekenfeest. Oorspronkelijk was het een dankfeest voor de binnengehaalde oogst; zeven weken is de tijd die het zaad nodig heeft om te ontkiemen, groeien, bloeien en vrucht te dragen. In de 2de eeuw na Christus kwam de nadruk te liggen op het herdenken van het verbond tussen God en Israël, de gebeurtenis bij de Sinai, toen God aan Mozes de wet gaf. De christenen namen deze feestdag over om de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen te gedenken. De christenen zagen een parallel: met Pinksteren is het de Geest van Christus die de nieuwe wet geeft en die de christenen (uit joden- en heidendom) verenigt tot een nieuw volk van God. Omdat het joodse Wekenfeest – als men de eerste en de laatste dag van een periode meetelt – de vijftigste dag was, noemde men het in het Grieks ook Pentekostè, wat ‘vijftig’ betekent. Het woord Pinksteren is hiervan afgeleid.
Pinksteren (1e Pinksterdag)
Tien dagen na Hemelvaartsdag, en dus vijftig dagen vanaf Pasen, herdenken christenen hoe de discipelen van Jezus de Heilige Geest ontvingen. Er verschenen vlammen boven hun hoofden en ze konden nu zieken genezen in naam van Jezus en Gods boodschap in andere talen verspreiden. Tevens wordt de geboorte van de (katholieke) kerk herdacht. In tegenstelling tot Kerstmis en Pasen kent Pinksteren tegenwoordig geen wereldse uiterlijkheden meer. Pinksteren wortelt in het joodse Wekenfeest. Oorspronkelijk was het een dankfeest voor de binnengehaalde oogst; zeven weken is de tijd die het zaad nodig heeft om te ontkiemen, groeien, bloeien en vrucht te dragen. In de 2de eeuw na Christus kwam de nadruk te liggen op het herdenken van het verbond tussen God en Israël, de gebeurtenis bij de Sinai, toen God aan Mozes de wet gaf. De christenen namen deze feestdag over om de nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen te gedenken. De christenen zagen een parallel: met Pinksteren is het de Geest van Christus die de nieuwe wet geeft en die de christenen (uit joden- en heidendom) verenigt tot een nieuw volk van God. Omdat het joodse Wekenfeest – als men de eerste en de laatste dag van een periode meetelt – de vijftigste dag was, noemde men het in het Grieks ook Pentekostè, wat ‘vijftig’ betekent. Het woord Pinksteren is hiervan afgeleid.
IJsheiligen
IJsheiligen zijn vier achtereenvolgende heiligendagen binnen het Katholicisme. Tevens is IJsheiligen één van de oudste en wellicht het bekendste begrip uit de volksweerkunde. De eerste berichten over deze “strenge heren” dateren van rond het jaar 1000. De IJsheiligen zijn: St. Mamertus, St. Pankratius, St. Servatius en St. Bonifatius. Zij vieren hun naamdagen op 11, 12, 13 en 14 mei. De IJsheiligen ontlenen hun benaming aan het gevaar van koud voorjaarsweer voor het gewas, dat in deze tijd in volle bloei staat. Een late vorstnacht kan nu veel schade aanrichten. Het is echter niet zo dat tijdens de IJsheiligen de kans op een overgang naar koud weer groter is dan op andere dagen in het voorjaar.
Hemelvaartsdag
Veertig dagen na zijn opstanding is Jezus volgens het christelijk geloof naar de hemel opgestegen, naar God de Vader. Deze gebeurtenis wordt op Hemelvaartsdag herdacht.
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Holocaust Herdenkingsdag (Jom Hasjoa)
De officiële naam de dag luidt: Jom Hashoa whagewoera – de dag van vernietiging en heldendom (het laatste om aandacht te schenken aan de verzetsdaden tegen de nazi’s). In de liturgie wordt niet stilgestaan bij deze datum. Het is de dag van de herdenking van de “sjowa”, de vernietiging van de zes miljoen Europese joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op Jom Hashoa staat men stil bij de mensen die tijdens het nazistische regime zijn vermoord en bij de invloed van de “sjowa” op het Joodse volk. Jom Hashoa valt elk jaar op 27 Nisan.
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Boeddhistisch Nieuwjaar (Theravada)
De viering van het boeddhistische nieuwjaar begint op de laatste dag van de hindoe maand Chaitra. Meestal is dat de eerste volle maan in april in theravado landen (landen die de oorspronkelijke boeddhistische leer en regels navolgen) zoals Birma, Thailand, Sri Lanka, Cambodja en Laos. In mahayana (dit is de leer in het boeddhisme die er van uit gaat dat in wezen ieder mens een Boeddha in aanleg is) landen echter begint het nieuwe jaar op de eerste volle maan in januari. Chinezen, Vietnamezen en Koreanen vieren het nieuwe jaar op de tweede volle maan in januari of de eerste in februari en de Tibetanen nog weer een maand later. In Tibet wordt nieuwjaar niet echt groots gevierd. De geboorte van Boeddha (Wesak of Boeddhadag) is voor hen één van de belangrijkste feesten.
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Hanuman Jayanti
Viering van de geboortedag van de apengod Hanuman. Hij was de trouwe volgeling en helper van Rama uit de Ramayana. Na Ram is, onder Hindoes, Hanuman de meest populaire godheid. Zijn populariteit dankt hij aan zijn alom in het epos Ramayana uitvoerig beschreven daden van moed en beleid en aan zijn edele eigenschappen van trouw en kuisheid. Hij wordt als de meest ideale aanhanger en als trouwe, onbaatzuchtige en toegewijde dienaar van Ram beschouwd. Door de vrome Hindoe wordt hij aangeroepen als beschermer tegen en als verdrijver van kwade geesten en demonen.
Pesach
Pesach valt in de maand Nissan (maart/april) en is één van de 3 pelgrimsfeesten. Men viert de uittocht uit Egypte door het eten van matzes en het niet eten van chameets (gegiste deegwaren). Vaak wordt het hele huis onderworpen aan een grondige schoonmaak op zoek naar chameets, dat alles omvat waar gist in zit of zou kunnen gisten. Op de eerste avonden (Seider genoemd) wordt het verhaal van de slavernij en de uittocht verteld aan de hand van de Haggada, het boek waarin dit uitgebreid aan de orde komt. Op tafel staat een Seiderschotel met daarop een lamsbeentje, bittere kruiden (Maror), een mengsel van rozijnen, appels en zoete rode wijn (Charoset), een gebraden ei, zout water. En 3 matzes. Alles symboliseert een deel van het bevrijdingsverhaal. Het zijn vaak lange, leerzame en gezellige avonden met heerlijk eten en talrijke traditionele liederen zoals het beroemde Ma Nisjtana (‘wat is het verschil’) iets wat meestal het jongste kind zingt. Voor de dagen van Pesach bestaan talloze recepten (zonder gist en dus vaak met matzemeel of aardappelmeel).
Sederavond
Op de vooravond van Pesach wordt over de uittocht uit Egypte verteld en wordt er gegeten van voedsel waardoor je aan die tijd moet terugdenken, bijvoorbeeld het bittere mierikswortel. Daarna worden er lekkere dingen gegeten.
Ramnavmi
In maart/april wordt Ramnavmi gevierd, de geboortedag van Rama. Hij was de incarnatie van god Vishnu als een perfecte mens. Rama werd in de stad Ajodhya aan het hof van koning Dasharatha en diens vrouw Sumintra geboren. Zijn levensverhaal en heldendaden zijn door de dichter Valmiki (1e eeuw voor Chr.) beschreven in het Ramayana en later, in de 16e eeuw, door Tulsidas in de Ramcaritmanas opnieuw verteld. Valmiki schreef in het Sanskriet, de heilige taal van de hindoes en Tulsidas in het Avadhi, een van de volkstalen waaruit het moderne Hindi is ontstaan. Het voorlezen en zingen uit deze werken staat centraal op deze dag. Ram wordt door de Hindoes als ideale mens en koning beschouwd. Een ideale samenleving wordt “Ramraj” (godsrijk) genoemd. Op Ramnavmi vinden in tempels speciale diensten plaats.
Navaratri – eerste periode
Jaarlijkse vastenperiode in maart/april. De festiviteiten duren negen dagen en nachten en richten zich voornamelijk op de verering van de godin Durga (‘ongenaakbare’), één van de negen namen of verschijningsvormen van Parvati, het vrouwelijke aspect dan wel de echtgenote van de god Shiva.
Lailat-ul-Qadr (Nacht van de Beslissing)
Dit is de 27ste en allerheiligste nacht van de islamitische vastenmaand Ramadan. Ook wel genoemd ‘de waardevolle nacht’ of ‘nacht van de goddelijke beschikking’, soms ook vertaald als ‘nacht van goddelijke maat der dingen’. In deze nacht bracht de engel Jibrail de eerste openbaring van de heilige koran (het heilige boek van de moslims) over aan de profeet Mohammed.
Id-al-Fitr (Suikerfeest)
Op de 1ste dag van de tiende maand, viert men het Suikerfeest (Id-al-Fitr) het feest van het breken van de vasten; het einde van de Ramadan. Het exacte begin is afhankelijk van het verschijnen van de sikkel van de nieuwe maan. De hier gegeven datum is de datum van de volle dag. Het Suikerfeest begint op de dag ervoor bij zonsondergang. Het Suikerfeest, ook wel het kleine feest (Turks: Şeker Bayramı), is de uitbundigste gebeurtenis in het islamitisch jaar. Na dertig dagen overdag niet gegeten, gedronken, gerookt of gevreeën te hebben wordt de traditionele vastenmaand afgesloten.
Op de laatste dag van de vastenmaand Ramadan gaat vrijwel iedere moslim op de wereld naar een moskee voor het uitspreken van het feestgebed. Na het gebed omhelst men elkaar en kan het feest beginnen. Kinderen kussen de hand van hun ouders en brengen die naar hun voorhoofd. Het feest duurt vaak meerdere dagen, want er wordt aan veel mensen gedacht c.q. een bezoek gebracht; buren, familie, vrienden, arme mensen en ook de dode mensen worden niet vergeten. Er wordt wel gezegd dat het motto van dit feest ‘zoet eten, zoet praten’ is. Deze dag is dan ook de gelegenheid om ruzie of conflicten van de afgelopen tijd uit of goed te praten. Er mag weer overdag gegeten worden en dat wordt dan ook overvloedig gedaan.
Geboorte van Boeddha
Jaarlijks op de 8e dag van de 4e Chinese maanmaand (meestal in mei) wordt door de boeddhisten die de Chinese kalender volgen de geboorte van de Boeddha herdacht.
Stille Zaterdag
Stille Zaterdag (ook wel Paaszaterdag) herinnert aan de periode dat Christus dood in het graf lag. Het is tevens de laatste dag van de vastentijd, die 40 dagen eerder begon op Aswoensdag. In afwachting van de volgende paasmorgen heerst dan in het kerkelijk leven stilte. Christenen herdenken met Pasen de herrijzenis van Jezus uit het graf op de derde dag na zijn kruisiging. In veel kerken wordt in de nacht van Stille Zaterdag op Paaszondag een wake gehouden. Aan het einde van deze wake wordt de Paasdag met feestelijk gezang begroet.
Goede Vrijdag
Op deze dag wordt in kerkdiensten de kruisiging van Jezus herdacht. De klokken luiden voor aanvang van de dienst niet, als teken van rouw. Goede Vrijdag wordt “goed” genoemd omdat de christenen geloven dat Christus’ vrijwillige dood betekende dat God zich om het menselijk lijden bekommerde en het zelf op zich nam. Belijdende rooms-katholieken eten op deze dag geen vlees. Het christendom is met name gebaseerd op het leven en lijden én de opstanding uit de dood van Jezus Christus. Goede Vrijdag is dan ook de meest indrukwekkende dag voor christenen want op deze dag gedenkt men de kruisdood van Jezus van Nazareth. Op deze dag komen de christelijke gemeenschappen gewoonlijk om drie uur ’s middags samen om Jezus’ sterfdag te herdenken. In veel kerken houdt men dan een kruiswegviering. De dag staat in het teken van droefheid; maar bij alle rouw is er toch ook een beginnende vreugde om wat volbracht wordt.
Verjaardag Kwan Yin
Kwan Yin (of Guanyin) is de meest algemeen vereerde en meest populaire boeddhistische bodhisattva in China. In Tibet wordt zij vereerd als Avalokiteshvara en wordt gezien als het vrouwelijke element van het goddelijke. Je zou haar kunnen vergelijken met Maria uit het christendom. Ze is vaak gekleed in een wit gewaad en wordt ook wel ‘de bodhisattva die alles op de wereld ziet’ of Godin van de Genade genoemd. Men gelooft dat zij zich overal vertoont onder het volk, in verschillende gedaanten. Op haar verjaardag lossen mensen hun gelofte in, doen boete of bidden om voorspoed. Kwan Yin heeft een lange geschiedenis in de Oosterse landen. Ze zette haar leven opzij voor dienstbaarheid. Ze had de rol van bodhisattva. Dit betekent letterlijk: wezen van bodhi, of verlichting, die voorbestemd is een Boeddha te worden. Zij heeft echter de eed gedaan de kinderen van de wereld te redden. In Oosterse landen wordt zij op verschillende plaatsen verschillend afgebeeld: dan als man, dan als vrouw. Ook komt ze voor met duizend armen, wat aangeeft wat ze allemaal doet voor de mensen.
Witte Donderdag
Op deze donderdag voor Pasen wordt de laatste avondmaaltijd herdacht die Jezus met zijn twaalf discipelen hield. ’s Nachts werd Jezus in de hof van Getsemané verraden door Judas Iskariot, één van zijn leerlingen. Judas leverde Jezus voor dertig “zilverlingen” uit aan de joodse religieuze leiders in Jeruzalem. Zij beschuldigden Jezus van godslastering omdat hij zich Gods zoon noemde en in Gods naam zonden vergaf. Na de overval in de hof van Getsemané werd Jezus door de joodse hogepriester Kajafas verhoord en daarop door de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus ter dood veroordeeld. Op Witte Donderdag vindt ’s avonds in de kerken de eucharistie (rooms-katholieken) of de instelling van het avondmaal (protestanten) plaats. De gelovigen eten op deze avond brood en drinken wijn. Het brood verwijst naar Jezus’ lichaam, de wijn naar het bloed dat Jezus offerde omwille van het heil van de mensen. Door het avondmaal zullen de christenen Jezus en zijn dood blijven herdenken. De naam Witte Donderdag verwijst naar het witte gewaad dat de priester tijdens de eucharistie-viering draagt. Witte Donderdag wordt ook zo genoemd naar de liturgische kleur van die dag en herinnert wellicht ook aan het bedekken van het kruisbeeld met een witte doek.
Maria Boodschap (Annunciatie)
Op deze dag herdenkt men dat de engel Gabriël aan Maria de boodschap bracht dat zij moeder zou worden van Jezus.
Holi
In februari/maart vieren hindoes Phagua of het Holi-feest, vijf weken na het planten van de holika op Basant Panchami. Dit lentefeest is tevens het nieuwjaarsfeest van de hindoes. Op de morgen van Holi komen mensen bijeen op de plek van de veraste brandstapel. Na een gebed en het uitspreken van een zegewens voor geluk en welzijn van de gemeenschap in het nieuwe jaar, brengt men elkaar met as een eerste stip, een geluksteken (tilak), op het voorhoofd aan om elkaar vervolgens met as te bestrooien en in te wrijven ten teken dat de kwade macht overwonnen is. Hierna wordt er de hele dag, tot laat in de nacht uitbundig gefeest: gegeten, gedronken en gezongen door jong en oud samen met familieleden, vrienden en kennissen. Het is immers een volksfeest. Men besprenkelt elkaar met parfum en reukwater, bepoedert elkaar flink en begiet elkaar met allerlei vloeistof, die de in bloeistaande natuur symboliseren.
Holika Dahan
Dit is de avond voor Holi, de laatste dag van de maand Phalguna oftewel de laatste dag van de hindoekalender. Op deze dag verbrandt men de tevoren geplante Holika, welke het kwade symboliseert. Het feest herinnert aan Holika, zuster van de hardvochtige koning Harnaakoes. Koning Harnaakoes liet zich als god vereren. Zijn zoon Prahlaad weigerde daaraan mee te doen, hij vertikte het een mens te aanbidden. De koning beschouwde dit als ondermijning van zijn gezag en besloot zijn zoon te doden. Hij liet hem met stenen verzwaard in zee gooien, maar Prahlaad bleef wonderwel drijven. Het lukte ook niet om hem met wapens te doden. En nadat hij levend was begraven, bleek hij na enige weken nog springlevend te zijn. Daarna nam de zuster van Harnaakoes, Holika, met de prins plaats op een brandstapel, in de mening dat vuur geen vat op haar had. Nadat het vuur de hele nacht had gebrand, bleek de vrome Prahlaad gespaard te zijn en Holika verbrand. Tijdens de Holika-ceremonie loopt iedereen rond het vuur onder het roepen van verwensingen aan het kwaad. Ook werpt men rijstkorrels, aarde en stenen in het vuur om alle slechte gedachten en gewoonten te verbranden.
Palmzondag
Op deze dag wordt de feestelijke intocht van Jezus in Jeruzalem herdacht. De vele pelgrims, die vanwege Pesach (het joodse feest van de ongezuurde broden) in de stad waren, verwelkomden hem met palmtakken. Al in de middeleeuwen kenden veel Europese steden palmpaasprocessies, waarin Jezus’ intocht in Jeruzalem werd nagebootst. Optochten van kinderen die achter een fanfarekorps aanlopen en in hun hand een palmpasenstok houden, zijn hier een overblijfsel van. De palmpasenstokken zien er per regio anders uit, maar dragen vaak een haantje van brood, groene takjes, gekleurde eieren, slingers en kransen met snoep. Op deze dag begint voor de Christenen de Goede Week (ook wel Stille Week, Heilige Week, Grote Week of lijdensweek genoemd). Deze begint op Palm- of Passiezondag, de zesde zondag van de veertigdagentijd en eindigt met Paaszaterdag. Het doel van de Goede Week is de overweging van het lijden en sterven van Christus. De laatste dagen van de Goede Week (Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag) vormen het hoogtepunt van de voorbereiding op Pasen. De benaming “Goede” Week verwijst naar het gegeven dat de dood dankzij Jezus definitief overwonnen is. Lange tijd mochten tijdens de Goede Week – en dat gold ook voor de daarop volgende paasweek – geen zware lichamelijke werkzaamheden worden verricht. Bij het begin van de Goede Week (op Palmzondag) is er de palmwijding. Deze herinnert aan het gejuich waarmee men Jezus bij zijn intocht ontving.
Poeriem (Lotenfeest)
Poeriem (Lotenfeest) is gebaseerd op het verhaal en de voorschriften uit het boek Esther en wordt op de 14e en 15e dag van de maand Adar (meestal in maart) gevierd. De belangrijkste man aan het hof van de koning Achasjverosj, Haman, krijgt toestemming van de koning om alle Joden te vermoorden en door het lot valt de datum op 13 Adar. Gelukkig wordt dit op tijd ontdekt door de joodse man Mordechai die het doorspeelt aan zijn nichtje Esther, die tot koningin werd verkozen door de koning. Esther weet de koning te overtuigen de plannen van Haman te verijdelen. Daarom vast men op 13 Adar en viert men uitbundig feest op 14 Adar. Men leest ’s avonds en ’s ochtends de Megila (lett. rol; het boek Esther) en ratelt bij de naam van Haman zodat deze niet gehoord wordt. Men geeft geld aan de armen zodat ook zij deelhebben aan de vreugde. En aan vrienden of anderen brengt men iets eetbaars. En Poeriem is het enige feest waarop (weliswaar bescheiden) alcohol vloeit, om uiteindelijk het onderscheid tussen de goede Mordechai en de slechte Haman niet meer te zien.
Biddag voor Gewas en Arbeid
De Biddag voor Gewas en Arbeid wordt iedere tweede woensdag van maart gevierd, met name op het platteland. Protestanten komen ’s avonds bij elkaar en bidden tot God voor het welslagen van de oogst en het werk.
Ramadan
De ramadan is een speciale maand in de islamitische kalender, waarop tussen schemer voor zonsopkomst en zonsondergang gevast wordt. Ramadan wordt daarom ook wel de vastenmaand van de moslims genoemd. Het exacte begin van de Ramadan is afhankelijk van het verschijnen van de sikkel van de nieuwe maan. Het vasten wordt gezien als vorm van zuivering van de ziel en bedanking van Allah voor alles wat hij gegeven heeft. De ramadan leert mensen zelfdiscipline. Moslims gedenken dat in deze maand de profeet Mohammed de eerste van de openbaringen ontving die samen de koran vormden. De maand ramadan begint als twee orthodoxe moslims de nieuwe maansikkel aan de hemel zien staan. Vanaf dat moment mogen volwassen moslims de gehele maand, tussen zonsopgang en zonsondergang, niet eten, drinken, roken of seksuele omgang hebben. Als het donker is, na het breken van de vasten (de iftaar), is het feest. Zwangere of zogende vrouwen, zieken en reizigers zijn vrijgesteld van vasten, maar moeten de gemiste dagen later wel inhalen. Tijdens de maand ramadan behaalde de profeet Mohammed zijn eerste overwinning op Mekka. Doordat de islamitische kalender een maankalender is, valt de ramadan niet steeds op dezelfde data van de Gregoriaanse kalender.
Interreligieuze kalender
M | D | W | D | V | Z | Z |
---|---|---|---|---|---|---|
« jan | ||||||
1 | 2 | |||||
3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 |
17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 |
24 | 25 | 26 | 27 | 28 |