“Rituelen kun je delen” – Sylvie de Kubber

Rituelen kun je delen, of niet?

Elke dag om 18 uur klappen op het balkon voor de zorg in tijden van corona. Overal in het land werden opeens op plekken bloemen gelegd voor het overlijden van Peter R. de Vries. Wekelijks demonstreren voor vrede in Oekraïne bij het monument ‘de verwoeste stad’ in Rotterdam. Rituelen helpen ons tastbaar te maken wat ongrijpbaar is. Nieuwe gezamenlijke rituelen kunnen in tijden van nood plotseling ontstaan.

Maar een ritueel waarin iedereen zich herkent is zeldzaam. Bij rituelen denken we vaak aan handelingen die passen bij één specifiek geloof.  Zoals offeren, bidden of vasten. Het ritueel kan in dat geval worden uitgevoerd door de gelovige die ‘het begrijpt’ of die ‘het gelooft’. Het ritueel bepaalt wie bij de gemeenschap hoort en wie niet. Dan is een ritueel exclusief. Ik herken dit van kerst vroeger, het was ons ritueel om dan, één keer per jaar naar de kerk te gaan. Ik vond het fijn, ik keek altijd vol bewondering naar het hoge plafond en de brandende kaarsjes. Bij het uitdelen van de hostie voelde ik me ongemakkelijk. Iedereen stond op en ging in de rij staan voor de hostie maar wij bleven zitten. Het leek me als kind wel lekker zo’n stukje eetpapier maar ik hoorde dat je dit alleen mocht eten als je gedoopt was. Dan voelde ik me opeens een indringer in de kerk, ik viel door de mand. Mocht ik daar eigenlijk wel zijn nu mensen door hadden dat ik niet “echt” christelijk was?

Hoe creëer je nu een ritueel waarbij iedereen zich welkom voelt? Op mijn werk in de psychiatrie deed ik onlangs een poging met interreligieuze bezinningsbijeenkomsten. Een bijeenkomst voor iedereen. Ik heb een mooi zaaltje tot mijn beschikking die ik zelf mag inrichten. Ik zet alle stoelen netjes in rijen met een gangpaadje ertussen. Daarvoor zet ik een tafel met een bloemstuk en een grote kandelaar met een kaars. Tevreden over mijn ‘neutrale’ opstelling vroeg ik onlangs aan mijn collega de Imam of hij ook een keer wilde ‘voorgaan’ in deze ‘interreligieuze’ bezinningsbijeenkomst. Hij reageerde erg afhoudend en ik begreep het probleem niet. Na wat doorvragen gaf hij aan dat hij de opstelling te christelijk vond. Ik schrok! Christelijk? Ik? Opeens herkende ik in mijn ‘neutrale opstelling’ inderdaad een kerk. Mijn idee van spiritueel refereert onbewust naar een lange christelijke traditie die onze samenleving kenmerkt en waarin ik ben opgegroeid. En als de Imam zich er niet bij op zijn gemak voelt, is het dus helemaal niet zo ‘interreligieus’.

Vaak denken we bij religie en inclusiviteit aan een beschaafd gesprek waarbij we ons respectvol en begripvol naar elkaar opstellen. Toch is zo’n dialoog ook niet per definitie een inclusief ritueel. Onlangs wees Marianne Moyaert (hoogleraar interreligieuze dialoog aan de VU) mij op de ingewikkeldheid daarvan. Zo’n dialoog stoelt op de aanname dat je rationeel, individueel en verbaal kunt uitleggen wat voor jou zingeving is. Je wordt naar je opvattingen gevraagd en je geeft netjes antwoord. Maar wat als zingeving voor iemand eerder irrationeel, poëtisch, fysiek of gemeenschappelijk is, en juist helemaal niet in een duidelijk verhaal uit te leggen is? En misschien eerder in de (rituele) ervaring schuilt? Dan is het hebben van een ‘mooi gesprek’ alsnog geen inclusief ritueel.

Onlangs werd ik door medebestuurslid Han Rahimi uitgenodigd om de Iftar maaltijd te delen tijdens de ramadan. Samen met zijn gezin en kinderen aten we na zonsondergang. We hadden mooie gesprekken en ik begreep beter hoe de ramadan onder andere gaat over aandacht voor de medemens en de band met Allah. Het maakte veel indruk op mij om samen nauwkeurig op het tijdstip te wachten dat we mochten gaan eten. Ik kreeg de kans zijn geloof beter te begrijpen door deel te nemen aan zijn ritueel. Han zei: “Ik vind het wel jammer, wij worden nooit uitgenodigd voor het kerstdiner..”

Bij het delen van rituelen gaan we op zoek naar wat we kúnnen delen met elkaar. Eten is een prachtig voorbeeld daarvan, want eten moeten we allemaal en het is meteen een symbool van gastvrijheid. Al zoekend naar gedeelde ervaring kunnen we op zoek naar gedeelde symboliek. Zoals in deze tijd de kleur blauw en geel duidelijk symbool staan voor ons medeleven met Oekraïne. Het delen van rituelen is in een tijd van nood van (levens)belang, ook al is het nog niet zo simpel.

Geschreven door:

Sylvie de Kubber

Bestuurslid - Vertegenwoordigt het humanisme binnen het bestuur. Sylvie werkt als humanistisch geestelijk verzorger in de GGZ in Rotterdam Zuid en als docent aan de Universiteit voor Humanistiek. Haar hart ligt bij het faciliteren van groepsbijeenkomsten over de zin van het leven. Interesses: dansen, filosofie, kunst en de bergen.

Lees alle artikelen van Sylvie de Kubber